Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zelfs hield [35]Juda de geboden des HEEREN, huns Gods, niet; maar zij wandelden in de inzettingen van Israel, [36]die zij gemaakt hadden. 35. Dit heeft de zonde der Israelieten vermeerderd, dat zij door hun kwaad exempel ook die van Juda deden zondigen en tot afgoderij verwekten. Zie Hos.4:15. 36. Te weten, de Israelieten.